Dompelpompen Dompelpomp - 100-125 m3/h - 30-40 mwc - Rioolwater

Wanneer kies je voor een dompelpomp?

De belangrijkste vuistregel voor het kiezen van een dompelpomp boven een droog opgestelde centrifugaalpomp is de aanzuighoogte. Als de waterlijn dieper dan 7-8 meter is dan werkt een droog opgestelde pomp met zuigslang niet meer. Kies dan voor een dompelpomp.

Goed om te weten over elektrische dompelpompen

• De meest voorkomende “bijnaam” van een dompelpomp is een klokpomp. Maar een klokpomp is gewoon hetzelfde als een dompelpomp.
  
  
• Een dompelpomp hoeft niet altijd onder water gebruikt te worden. Wij hebben legio praktijkvoorbeelden van droog opgestelde dompelpompen. Bijvoorbeeld als slijtvaste boosterpomp in een leidingsysteem.
   
• Verreweg de meeste dompelpompen zijn elektrisch aangedreven waarbij de gebruiker bij lagere motorvermogens vaak kiest voor eenfase dompelpompen. Vanaf 2.2 kW is de standaard driefase dompelpompen.
   
• Aan alle elektrische dompelpompen zit een maximale onderdompeldiepte in verband met drukverschillen. Controleer in de specificaties hoever de dompelpomp onder de waterlijn geïnstalleerd mag worden.
  
  
• De Tsurumi dompelpompen zijn standaard voorzien van een speciale waterdichte kabeldoorvoer waar de kabel de pomp in gaat. Elke kabeldraad wordt gestript en in de epoxy gegoten, waardoor er geen water bij de motor kan komen door capillaire werking bij kabelschade.  
  
  
• Bij driefase elektrische dompelpompen moet bij de eerste keer opstarten de draairichting altijd gecontroleerd worden. Zie hiervoor de bijgeleverde gebruikershandleiding.
  
  
• Alle Tsurumi dompelpompen zijn voorzien van een dubbele mechanische asafdichting in een oliekamer. Deze speciale voorziening verlengt de levensduur en zorgt dat de dompelpomp kan droogdraaien.
  
  
• De dompeldiepte – diepte van uw dompelpomp onder de waterlijn – telt niet mee in de totale dynamisch opvoerhoogte (TDH) berekening van uw pompsysteem. Dus het hoogteverschil vanaf de waterlijn plus de leidingweerstand bepalen de druk die de onderwaterpomp moet leveren bij de gewenste pompcapaciteit.